TIJUANA
Kleurige huisjes van betonstenen bezetten in een wirwar de flanken van de Cumbres-heuvels. Deze westelijke buitenwijk van Tijuana bestond twintig jaar geleden nog niet, en strekt zich nu uit over twee hellingen, dankzij de inspanningen van het Tijuana-kartel om het dagelijks leven van de inwoners te verbeteren.
Het steile pad leidt rechtstreeks naar het voetbalveld. Een betonnen vloer, vier muren, een afrastering en twee doelen met gescheurde netten. De rode tribunes vallen nog net niet van de aarden heuvel naast het veld. Het Tijuana-kartel heeft behalve de wegen ook de bouw van het terrein bekostigd, om iets te doen voor ‘de verschoppelingen, diegenen die door de regering vergeten zijn’, zoals een slimme waarnemer het verwoordt.
’s Zondags is het de dag van de liga, waarin zeven vrouwenteams van alle leeftijden tegen elkaar uitkomen. Dit op initiatief van Rodolfo Terrasaz. In 2016 is er op de plaats van een open plek waar drugs werd gedeald een voetbalveld gekomen. Een metamorfose die niet betekent dat er een einde is gekomen aan de criminaliteit.
Zowel hier als aan de andere kant van de stad, in de wijk Camino Verde, “…hoor je bijna elke nacht schoten”, zegt Cynthia, huismoeder en speelster bij Camino Verde. In deze immense suburb van 48.000 inwoners “…zijn er nog steeds grote problemen met geweld en allerlei handeltjes”, vult Teresa Carrillo aan, die de vrouwenliga coördineert. De federale regering heeft er zes velden gefinancierd. “Cocons waarbinnen kinderen veilig zijn”, in de woorden van Anna Olivera, de moeder van Brenda en Michelle, twee adolescente voetbalverslaafde meisjes.
De bloederige oorlog tussen het Tijuana-kartel en dat van Jalisco Nueva Generacion die de controle over de stad wilden verwerven (2005-2013) werd een ‘stille oorlog, een strijd tussen gangs’, luidt de analyse van Daniel Salinas, een journalist uit Tijuana. “Het gaat niet meer over een georganiseerde business waarin miljoenen dollars omgaat, maar over een strijd tussen bendes die een straat, een discotheek, een bar willen controleren.” In 2018 heeft Tijuana trouwens een triest record gebroken, met 2518 moorden, volgens de cijfers van de procureur-generaal, zijnde een verdrievoudiging ten opzichte van 2008. Volgens dezelfde journalist “hebben de confrontaties zich verplaatst naar de buitenwijken, waardoor ze minder zichtbaar zijn.” In bijna 80% van de gevallen gaat het om jongeren die hand- en spandiensten verlenen voor een paar pesos. “De vaders zijn afwezig, de moeders werken, de kinderen zijn op zichzelf aangewezen en vallen gemakkelijk in handen van drugshandelaars of doen wat ze kunnen om te overleven via criminaliteit.”, zo vat Teresa Carrillo het samen.
« We hebben problemen met drugs en alcohol”, legt Rodolfo Terrasaz uit. “Voetbal geeft een andere invulling aan het leven, houdt criminaliteit en drugsgebruik op een afstand.” “Doordat het voetbal de drugs heeft verjaagd, heeft het ons leven veranderd”, in de woorden van Cynthia. De conclusie van Daniel Salinas is dat “Tijuana Tijuana blijft. Namelijk een stad die veroordeeld is door haar ligging aan de grens met de Verenigde Staten en de corruptie van haar elites.”